Als je wilt dat je kind omhoog klimt, moet je er vooral niet bovenop gaan zitten (juf Ank)

Treffender dan door juf Ank kan het nauwelijks gezegd: “Als je wilt dat je kind omhoog klimt, moet je er vooral niet bovenop gaan zitten”. Een paar dagen na deze uitzending van De Luizenmoeder ben ik op een woensdagmiddag te gast bij een basisschoolteam van een Leonardo-school. Zes juffen zitten aan de schooltafeltjes, waar zojuist nog een schaaktoernooi werd gehouden door een paar enthousiaste bovenbouwers. Het team heeft bij Novilo de training “Ouders & School” aangevraagd, en dat is precies waarvoor ik er ben.

De openingsdia staat geprojecteerd op het digibord: een afbeelding van een vervormde pedagogische driehoek van kind, ouder en leerkracht. Ouders staan dicht op hun kind en de leerkracht is op afstand. Direct noemt één van de leerkrachten de uitspraak van juf Ank: een kind groeit niet als je er bovenop gaat zitten. En ik hoef er eigenlijk weinig aan toe te voegen. Wow. Dit is echt leuk. Hoe zo’n tv-programma in een paar typetjes duidelijk maakt waar pedagogische handboeken vol van staan: ouderbetrokkenheid, loyaliteit, curling parents, pedagogische driehoek, professionele nabijheid…

Vanmiddag kruipt het team in de huid van ouder én voor eventjes in de huid van wie ze als kind waren. Hoe gingen jouw ouders om met leerkrachten? Welke begeleiding kreeg jij van huis uit? Zaten je ouders er bovenop? Of had je achteraf liever gehad dat je wat meer was gezien door de vader die altijd achter de krant zat?

In een gelijkzijdige en stevige pedagogische driehoek groeit de ontwikkelruimte voor een kind. Daar zitten ouders en leerkracht niet te ver én ook niet te dicht op het kind, en daar staat een leerkracht in verbinding met kind én ouder. Achter lastig gedrag van een kind kijken naar werkelijke ontwikkelingsbehoeften van een kind, daarin zijn deze professionals gepokt en gemazeld. Maar om dit principe ook toe te passen op eigen gedrag en op “lastig” gedrag van ouders? Dat is nog niet zo eenvoudig. “Ik heb in heel mijn pabo-tijd maar één lesje gehad over ouders”, merkt een teamlid op. En een ander zegt: “dat is dan één les meer dan ik ooit heb gehad.”

Er zijn docenten die vinden dat hun werkdruk toeneemt door het contact met ouders. Dat geldt ook voor deze enthousiaste juffen. Ze hebben eenvoudigweg niet de tijd om alle ouders van hun volle klas dagelijks of wekelijks te woord te staan. Begrenzen is een kunst. Maar vanmiddag komen we tot de conclusie dat het ook heel veel tijd en kwaliteit oplevert wanneer je in staat bent om echt te luisteren naar het verhaal van de ander. Achter elke klagende ouder zit een vader of moeder met zorgen en verlangens. En wat mooi om daar een middag mee te oefenen. Met directeur Anton op het netvlies over hoe het in elk geval niet moet.

Dit team leert elkaar in een paar uur op een andere manier kennen. En het zet hen aan tot acties om ouders meer te betrekken. Een concrete uitkomst? Dit team zet voortaan een playmobil-ouder in de personeelskamer. Deze mag horen hoe leerkrachten over ouders praten. Weliswaar zullen de leerkrachten soms toch nog hun frustraties over ouders uiten. Het playmobilpoppetje nodigt echter uit om niet te lang in de mopperstand te blijven en om een professionele houding te hervinden. Eén van de leerkrachten zegt het aan het eind van de training bondig: “Ons verlangen is om verbinding met elke ouder te maken. Ouders en leerkracht, samen voor het kind! En op de juiste afstand!”