Van moet naar moed

Het schooljaar is weer begonnen. Met daarbij alle verplichtingen die mijn leerlingen zo zwaar vallen. Huiswerk staat met stip op nummer 1. Je aan-knop thuis vinden na een lange schooldag is - ondanks de goede voornemens- direct weer een dingetje in het nieuwe schooljaar. Ook de verplichting dat je moet leren wat een ander belangrijk vindt, valt sommigen van mijn leerlingen zwaar. Zo verzuchtte Roy uit 3 VWO vorige week: “Hoezo moet ik van mijn lerares Nederlands 16.00 uur schrijven en niet vier uur? En krijg ik dan boven mijn proefwerk ook een vier, of dan weer wel een 4? Hou toch eens op zeg. Al mijn vrienden snappen mij prima als ik vier uur app!”

Leerlingen moeten veel op school. En voordat ze het weten, lekken ze daar direct aan de start van het nieuwe schooljaar hun energie aan. Aan “belachelijke regeltjes” of “oneerlijke docenten”. Dat blijkt wel uit de eerste gesprekken die ik dit jaar heb met leerlingen. Ik luister en breng wat in kaart met een tekening of inzicht. De cirkel van invloed van Covey is er één die blijft hangen bij Roy. We kijken samen welk doel hij zichzelf stelt voor dit nieuwe schooljaar. Hij wordt strijdlustig bij de zin: Choose your battles. Moet wordt moed.

In mijn vorige blog noemde ik schrikbarende percentages over scholieren en studenten met stressklachten en een (dreigende) burn-out. Ik schreef over hoe het onderwijs anders moet en kan. De toetscultuur in het onderwijs is mij een doorn in het oog. En dat mentoren in een systeem zitten met volle klassen en veel lesuren per week… hoe vinden zij tijd om er te zijn voor hun leerlingen?

Als ik niet oppas zou ik zelf ook stress kunnen krijgen van de hectiek die ik op allerlei scholen zie. Dus probeer ik te doen waar ik met mijn leerlingen ook aan werk: koers houden en zien wat wél goed gaat. Ik noem maar een paar ontwikkelingen die ik tegen kom in Nijmegen: Een middelbare school die met de invoering van keuze-uren leerlingen autonomie geeft over de roosterindeling (lees: kunnen kiezen voor altijd het eerste uur vrij!); een school die docenten nog maar 15 mentorleerlingen geeft in plaats van 30; docenten die bijscholing krijgen over formatief evalueren en de rol van feedback; de start van Agora, een nieuw onderwijsconcept waarbij leerlingen worden bijgestaan door coaches en talentbegeleiders. Leerlingen bepalen zelf wat ze willen leren. Hoe spannend is dat?

Ik volg het op de voet en kijk waar ik mijn steentje kan bijdragen. En het mooie is: we hebben de tijdgeest mee. Op Facebook en in de kranten gonst het van artikelen over het nut van cijfers op school. Actief leren zonder cijfers is zo’n prachtige Facebook-site. Cijfers zijn “maar” een hulpmiddel in het onderwijs. Of het nu een vier of een 4 is, het is bedoeld om aan te zetten tot actief leren.

Banksy’s kunstwerk verbeeldt dit treffend. Zijn invloed is juist zo groot omdat hij als rebelse kunstenaar zichzelf blijft. Mijn wens is dat we in het onderwijs de moed opbrengen om te lijken op Banksy. Uit de kooi van de cijfers en de wereld in. Go!

(foto: Amsterdam Moco Museum, Banksy and more, 2018)