De wedstrijd winnen

Thomas staat zes vijven. Het is een paar weken voor de zomervakantie. Een 4 VWO-er. En hij wil over naar 5 VWO. De afgelopen jaren heeft hij niet veel voor school hoeven doen. Hij wist op het goede moment in actie te komen en met zesjes elke keer over te gaan. Dit jaar lijkt zijn strategie niet meer te werken. Buiten school voetbalt hij op hoog niveau. Dat Ajax in de halve finales van de Champions League staat, vervult hem met trots, alsof hij zelf op het veld stond tegen Juventus. Vandaag werk ik met hem aan het zoeken naar manieren om zijn vastberaden voornemens voor school om te zetten in acties. Wat heeft hij nodig om de strijd aan te gaan? En vooral, waartegen vecht hij eigenlijk?

Hij noemt spontaan dat er twee acties handig zijn:

  • Zorgen dat hij BEGINT met leren
  • Zorgen dat hij DOORGAAT met leren

En een derde actie – of eigenlijk juist GEEN actie- popt op wanneer hij nadenkt over HOE hij aan de twee zelf geformuleerde acties zou kunnen gaan werken.

  • Geen planning maken, want daar houdt hij zich toch niet aan.

Thomas kijkt me nauwelijks aan wanneer ik zeg dat ik zijn gedachtegang goed kan volgen. Had hij verwacht dat ik hem de voordelen van planmatig werken uit zou leggen? En dat een agenda daarbij onmisbaar is? Ik zeg het hem nog maar eens onomwonden: “We gaan doen wat voor jou werkt. Ik leg niks op, tenzij jij wilt dat ik dat doe.”

Pas nu deze ruimte gecreëerd is zie ik een meer ontspannen jongen. Uit onze eerdere gesprekken weet ik dat Thomas murw is geworden door ongevraagde adviezen van docenten en van ouders met de beste bedoelingen. Hij heeft een talent voor het verbergen van zijn onzekerheid over het halen van zijn VWO-diploma: kan ik het wel? wil ik het wel? ten koste van wat? Wat hem vooral energie kost, is dat hij zichzelf verwijt niet te kunnen doorzetten. Thomas kijkt aandachtig wanneer ik een paar cirkels op een papier teken. De indeling in comfortzone, stretchzone en stresszone helpen hem om even boven de situatie te helikopteren. Er komt orde in de chaos van zijn gedachten. Hij kijkt met een genuanceerder beeld naar zichzelf: hij kan het zelfbeeld van een altijd luie loser loslaten. In plaats daarvan herkent hij dat hij het op dit moment spannend vindt om uit zijn comfortzone te treden. Omdat hij dan vast in de stress zal schieten. Maar er is dus een middenweg te ontwikkelen: die van het stretchen..

Aan het eind van het uur is hij tevreden over een doel dat door hem zelf gesteld is voor de komende week. Het zijn een paar acties waarvan hij denkt dat ze niet direct tot falen zijn gedoemd: opzoeken wat voor elk vak de toetsstof is, voor wiskunde drie oefenopgaves maken, en aan de docent Nederlands vragen wat de eisen zijn voor de boekbespreking.

Ook zegt hij iets meer vertrouwen te hebben in zijn eigen wilskracht, maar dat er nog wel een harde strijd nodig is. Omdat Thomas op hoog niveau voetbalt, vraag ik hem wat tijdens een wedstrijd door zijn hoofd gaat als zijn team op verliezen staat en er nog tien minuten speeltijd is. “Nogal duidelijk. Altijd doorgaan. Tot de scheidsrechter fluit, kan er gescoord worden.” School is voetbal niet. Maar Thomas pakt de parallel onmiddellijk op. “Ik ga mezelf aanmoedigen komende week: Gewoon doorgaan, gewoon doorgaan, gewoon doorgaan!”

Het lijken lukrake en kleine stappen. Maar ondertussen is er hier een jongen keihard aan het werk om verantwoordelijkheid te durven pakken voor school. Waar hij het in zijn voetbalteam geen seconde twijfelt om er vol voor te gaan – ook bij tegenslag- , staat deze ‘eagerness’ voor school (nog?) in de kinderschoenen. In de coaching de komende weken gaan we kijken hoe Thomas vindt dat het hem vergaat in zijn strijd om de eindzege. Hij gaat de strijd aan met onvoldoendes, met leerstof die hij wisselend interessant vindt, met docenten die hij niet allemaal even fijn vindt, maar de echte battle die hij voert is … die met zichzelf. Dit wordt flink stretchen, en vast ook nog stressen, en met een ongewis resultaat. Maar niks is onmogelijk. Voor Ajax in de Champions League niet, en voor Thomas in 4VWO niet!